Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [53]hij bouwde met die stenen het altaar [54]in den Naam des HEEREN; daarna maakte hij een [55]groeve rondom het altaar, [56]naar de wijdte van twee [57]maten zaads. 53. Dit is een extraordinair werk geweest, komende van een speciaal en bijzonder bevel Gods, en daarom uit te nemen van den algemenen regel; Lev.17:3; Deut.12:13,14. 54. Dat is, uit last en bevel van God en tot zijn eer. Zie onder, vs.36. 55. Of, een waterloop. 56. Hebreeuws, naar het huis van twee maten zaads; dat is, naar de wijdte. Sommigen verstaan dat de groef zo wijd was als een zak, waar men twee maten zaads in deed; of twee maten zaads in konden gaan. Anderen verstaan dit van de wijdte niet der groef, maar der ruimte, die tussen de groef en het altaar is, begrijpende zoveel plaats als met twee maten zaads kan bezaaid worden. 57. Zie van deze maat Gen.18:6.